Heb jij sportieve genen?
Voor Haagse Bluf, het clubblad van HAAG Atletiek, schrijven Annemarie en Jeroen samen een column. In het juni nummer gaat het over goede genen en de olympisch kampioen van de toekomst.
Ha, zusje! Tijdens het schrijven van deze column is de Zuid-Afrikaanse 800m-loopster Caster Semenya in het nieuws. Ze beschikt van nature over drie keer zoveel testosteron als een gemiddelde vrouw, wat haar een groot voordeel lijkt op te leveren in haar sport. Dit is wel een extreem voorbeeld van genetische voorsprong, maar ben jij een beetje tevreden met de genen die je hebt meegekregen van je ouders?
Als ik het puur op sportgebied bekijk, mag ik zeker niet klagen! Ik kan niet spreken van een genetische voorsprong, maar sport is wel van jongs af aan iets waar ik goed in ben (en wat ik leuk vind). Helaas gaf mijn gymleraar op de basisschool m’n moeder het advies mij niet te vroeg op atletiek te doen. Wat ik ook nog weleens betreur, is dat ik nergens écht talent voor heb. Misschien hebben mijn jij en onze zus alle discipline-genen van onze ouders opgemaakt.
Volgens mij hebben we via onze moederskant wel ‘Keniaanse kuiten’ meegekregen, maar verder kan ik voor mezelf nog wel wat verbeterpunten bedenken. Maar dat kan ook zijn doordat ik veel te oud met hardlopen ben begonnen. Wat als ik vanaf m’n zesde op atletiek had gezeten? Me breed had ontwikkeld door alle atletiekonderdelen te doen en vanaf jonge leeftijd een beetje fatsoenlijke looptechniek had aangeleerd? Maar ja, achteraf … Met je dochter Lux heb je alle kans om direct goed te kiezen qua sport. Ben je daar al mee bezig?
Stiekem was ik van tevoren wel een beetje bang dat ik een paardenmeisje of een balletprinsesje zou krijgen, maar vooralsnog lijkt Lux meer een tomboy, net als ik vroeger. Natuurlijk krijgt ze van mij het hardlopen, skateboarden en surfen mee, maar uiteindelijk is het toch haar keuze. Ik betrapte me er laatst wel op dat ik haar uitlegde hoe ze haar armen tijdens het rennen moet bewegen. Maar ze is pas drie, dus dit is eigenlijk een beetje voorbarig. Ik denk dat er voor jou ook niets anders op zit dan een zoontje te krijgen die je wél vanaf z’n zesde op atletiek kan zetten …
Mocht ik ooit een zoontje krijgen, dan hoop ik dat hij vooral gelukkig wordt. En als het even kan, ook olympisch kampioen natuurlijk. 🙂